De rol van virussen en darmbacteriën bij ME/CVS

De rol van virussen en darmbacteriën bij ME/CVS

Achtergrond

Over ons onderzoek

Virusinfectie en darmmicrobioom bij ME/CVS

Doel en aanpak
Het onderzoek richt zich op de relatie tussen virussen, de darmflora en de darmbarrière bij mensen met ME/CVS. Onderzoekers bekijken hoe actief virussen zijn, zoals Epstein-Barr (EBV), cytomegalovirus (HCMV) en humane herpesvirussen (HHV-6 en HHV-7), en hoe dit samenhangt met bacteriën en virussen in de darmen. Ook wordt onderzocht of de darmbarrière anders werkt bij ME/CVS dan bij gezonde mensen.
Hiervoor worden bloed, speeksel en ontlasting verzameld. Met DNA-analyse worden virussen en bacteriën in de darmen in kaart gebracht. Daarnaast meten onderzoekers biomarkers om te zien hoe sterk de darmbarrière is. In het laboratorium wordt een darmmodel gebruikt, waarin darmcellen worden blootgesteld aan het microbioom van mensen met en zonder ME/CVS. Zo wordt getest hoe de darmbarrière en het afweersysteem reageren.

Verwachte resultaten

De onderzoekers verwachten dat een verstoorde darmflora en actieve virussen samen bijdragen aan ME/CVS-klachten. De resultaten kunnen leiden tot nieuwe biologische markers en aanknopingspunten voor behandelingen, zoals antivirale therapieën of feces microbiota transplantatie (FMT) om de darmgezondheid te herstellen.

Dr. Rik Haagmans